Vraag van de maand mei: ‘Hoe stel ik grenzen in opvoeden zonder de boeman te zijn?’
Publicatiedatum: 1 mei 2018
Grenzen stellen wil niet zeggen dat je een autoritaire ouder of boeman bent. Juist om de relatie met je kinderen goed te houden, is het handig om heldere grenzen te stellen.
Als je een peuter of kleuter zelf laat kiezen welke kleertjes hij of zij aantrekt heb je grote kans dat je het niet eens bent met zijn/haar keuze. Je kind kan niet kiezen of kiest iets totaal ongepast voor het weer, dit kan in een conflict resulteren. Maar als jij je kind verplicht om de door jou gekozen outfit aan te trekken, zonder enige eigen inbreng, kun je ook een conflict krijgen.
Zo kan het ook: kies zelf twee of drie geschikte outfits uit en laat je kind daaruit kiezen. Dit is keuzevrijheid binnen heldere grenzen! Je kind ervaart invloed en autonomie (ik mag zelf iets bepalen!), maar jij bewaakt de grenzen van wat geschikt is.
Grenzen en regels geven rust, helderheid en voorspelbaarheid aan ouders en aan kinderen. Vergelijk het maar met lijnen op een sportveld. Toch hebben ouders soms een dubbel gevoel over het opleggen invoeren of hanteren van veel regels en grenzen. Ze zijn bezorgd over het beperken van hun kind, omdat ze de wens hebben hun kind vrij te laten om de wereld te ontdekken. Of ze zijn bang om op veel weerstand van hun kind te stuiten. Het tegengestelde is echter waar. Kinderen met gezonde, leeftijds-adequate grenzen vinden het vaak fijn als er duidelijke regels en grenzen zijn.
Zo weten ze zich beter te gedragen en worden ze gestimuleerd om geleidelijk een gevoel van (keuze)vrijheid te ontwikkelen. Dit geldt voor kinderen van alle leeftijden!
Heb je een tijdje niet zo op de grenzen gelet? Dat is geen probleem; begin er dan opnieuw mee!
Tips om duidelijke regels en grenzen te stellen
- Probeer samen met je partner dezelfde grenzen te hanteren.
- Introduceer niet teveel nieuwe regels tegelijk. Begin met het belangrijkste, of het meest storende.
- Wees consequent. Ga niet in discussie over een grens of maatregel die van tevoren afgesproken is.
- Gaat je kind de grens over? Laat merken dat je last hebt van het gedrag van je kind en niet van je kind zelf.
- Bied je kind alternatieven, zodat het weet wat wél mag: ‘Je mag niet binnen met je rolschaatsen, maar wel buiten op het pleintje.’
- Neem de tijd om negatief gedrag van je kind rustig samen te bespreken. Kies daar een goed tijdstip voor en doe het liever niet na een heftige ruzie.
- Ook moeilijke omstandigheden, zoals bij ziekte of bij een scheiding, is het belangrijk om grenzen te blijven stellen. Dat geeft je kind houvast.